'Bevestiging van existentie is in feite niets anders dan ontkenning van het getal nul.'
Gottlieb Frege in Grundlagen der Aritmetik (1884)
Ik weet niet wat niets is. Niets kan ik mij niet voorstellen. Is er überhaupt wel iets wat niets is? Is het niet-zijnde dat wij ons voorstellen niet gewoon het niet-zijnde, dus zijnde het niet-zijnde? Ik weet het niet.
Gelukkig ben ik niet de enige (geweest) met zulke vragen. Parmenides, een presocratische filosoof die leefde rond 515 v. Chr., heeft deze complexe gedachtegang, naar mijn mening, fenomenaal omgezet in woorden, zodat het ongrijpbare enigszins grijpbaar is geworden. Hij schrijft: 'Van datgene, wat het ook maar is, dat men zich als ‘zijnde’ voorstelt, moet men zeggen dat het is en kan men niet zeggen dat het niet is.' Namelijk als wij ons iets voorstellen, wil dat zeggen dat het 'is', aangezien wij het niet-zijnde ons niet zouden kunnen voorstellen.
Ondanks dat ik bovenstaande theorie bewonderenswaardig vind, benauwt het me. Het doet realiseren dat ik nooit zal kunnen ontsnappen aan mijzelf, dat mijn rede onlosmakelijk verbonden is met mijn zijn. Zodra mijn zijn ophoudt, zal mijn rede ophouden en vice versa. Opgesloten in het bestaan dat ik leid, dat overigens geheel niet slecht is, zal ik altijd blijven verlangen naar een uitweg die anders is dan het niets van de dood. Als ik Parmenides zou moeten geloven, moet ik proberen me het niets van de dood voor te stellen. Ik doe mijn best..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten