zaterdag 28 januari 2012

Gedicht - De Schreeuw

'De omzichtigheid ziet het vreeswekkende omdat zij in de bevindelijkheid van de vrees is.'
Martin Heidegger in Zijn en Tijd (1927)

De Schreeuw, Edvard Munch (1893)
De Schreeuw

Alsof de Aarde niet kapot kan:
terwijl een man, in lome leegte
achtergebleven, een stilte zwijgt
om even in bewustzijn te leven,

klapt Zij zacht ineen, schreeuwt
geluidloos, schreeuwt en schreeuwt
tot een man hoort en antwoordt.
Maar nee: Zij toch immer alleen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten